Gedurende de Tachtigjarige Oorlog had Philips van Marnix ambitieuze plannen om in samenwerking met de Geuzen de Spanjaarden rondom Maassluis tegen te houden. De Geuzen waren een groep mensen die tegen de Spaanse overheersing vochten. In 1572 veroverden zij Den Briel, waardoor Maassluis belangrijk werd door de toegang naar het water.
In overleg met Willem van Oranje werd er besloten om een verdedigingsschans in Maassluis te bouwen. Op een zanderig eiland, voor de Monstersche Sluis, werden er onder andere aarden wallen gebouwd waar soldaten zich konden verschansen.
Marnix wilde de schans verder versterken om de strategisch belangrijke sluizen te beschermen tegen Spaanse troepen. Hij plande om de schans, naast de muren, te voorzien voldoende bewapening om zodoende een Spaanse aanval af te kunnen slaan. Dit eiland bestaat nu nog altijd en wordt sindsdien Schanseiland genoemd, naar het verschansen van de soldaten. Momenteel vind je hier de Grote Kerk van Maassluis.
De Spaanse aanval begint
Begin november 1573 besloten de Spanjaarden de schans aan te vallen. En helaas voor Marnix, toen de Spaanse troepen in 1573 arriveerden, waren de verdedigingswerken op Schanseiland nog niet klaar. De Spanjaarden namen de schans in en Marnix werd gevangen genomen. Een jaar later werd hij vrijgelaten bij een gevangenenruil.
Bij de strijd sneuvelden maar liefst 600 Geuzen en werden er 130 gevangen genomen. Ondanks het feit dat er veel Geuzen sneuvelden, bleven ze vechten en heroverden ze de schans nadat de Spanjaarden vertrokken waren.
De Geuzen gebruikten Maassluis hierna als een een plek om aanvallen op de Spanjaarden te organiseren en als verdedigingspost. Door dit alles speelden ze een belangrijke rol in het verzet tegen de Spanjaarden en hielpen ze uiteindelijk mee aan de onafhankelijkheid van Nederland in 1588.